Tril cither! dichtvuur! O gij, mijn lier, sta pal!
Klinkt! snaren van mijn hart, met daav'rend woordgeschal.
Sterk, GOd! mijn luide stem die door de hallefronden
den lof van Hollands dichters gaat verkonden;
wat snoef ge, op Brit! wat soft ge, o wufte gal!
met brommend snorken en verblind gebral,
op uwen dichterroem en dichterkoren!
als waar bij ons geen tollens ooit geboren?
wt poch ge, o albion, op Shakespeare of op Byron,
alsof sosm tollens 't niet veel mooier nog dan zij kon.
richt eereteekens op, gaat monumenten bouwen,
wij hebben Tollens ook in marmer uitgehouwen!!!
Klinkt! snaren van mijn hart, met daav'rend woordgeschal.
Sterk, GOd! mijn luide stem die door de hallefronden
den lof van Hollands dichters gaat verkonden;
wat snoef ge, op Brit! wat soft ge, o wufte gal!
met brommend snorken en verblind gebral,
op uwen dichterroem en dichterkoren!
als waar bij ons geen tollens ooit geboren?
wt poch ge, o albion, op Shakespeare of op Byron,
alsof sosm tollens 't niet veel mooier nog dan zij kon.
richt eereteekens op, gaat monumenten bouwen,
wij hebben Tollens ook in marmer uitgehouwen!!!
Reacties