aan uw werk - de 36 jaren,
doe god mij gaf te sloven in mijn staat.
Drie eeuwen zijn in d'oceaan vervaren
der eindloosheid, sint in een keulsche straat
uw ster verrrees, wier glans mij zou bewaren voor laffen weeemoed, zoo ik, zonder loon,
dus lang kracht gebruikt, verspild zou hebben,
em, in den dienst van't Godgetrouwe schoon,
Niets spon dan broze en licht verstoorde webben.
Verlsingert aan aeloude treurtooneelen,
Zijt gij, ook gij, uw eigen weg gegaan.
BIj 't schildren van mijn vele kunst paneelen,
zag 'k stteeds beeld verheffend voor mij staan.
Miijn laatste kracht wil ik u toe bedeelen.
Mijn vader, bid voor mij van God dan af
wat licht, wat moed, en vijf, zes vruchtbre jaren
waarin 'k hergeef,, wat ons uw dichtkunst gaf,
Toorts, ons die bij God waarheid moog bewaren!
Als 'k aan U denk, vult zich mijn ooog met tranen.
u bent zo goed voor mij HEER.
Drie eeuwen hebben vruchteloos gesmeed
Aan 't volksmetaal........ Wat onze tijd moog wanen,
'k zie geen voor uitgang, want m' ook kenne en weett!
charakter zijn 't die nieuwe wegen banen!
Geen fyzika, die volkskracht rijpen doet.
vraag, bij 't geloof, voor ons, uw late kinderen,
wat zelf besef, wat fierheid op ons bloed!
het hoofd om hoog, dat wij niet staag vermindren,
waar ons 't Geloof tot Ridders aadlen moet!!!!!
doe god mij gaf te sloven in mijn staat.
Drie eeuwen zijn in d'oceaan vervaren
der eindloosheid, sint in een keulsche straat
uw ster verrrees, wier glans mij zou bewaren voor laffen weeemoed, zoo ik, zonder loon,
dus lang kracht gebruikt, verspild zou hebben,
em, in den dienst van't Godgetrouwe schoon,
Niets spon dan broze en licht verstoorde webben.
Verlsingert aan aeloude treurtooneelen,
Zijt gij, ook gij, uw eigen weg gegaan.
BIj 't schildren van mijn vele kunst paneelen,
zag 'k stteeds beeld verheffend voor mij staan.
Miijn laatste kracht wil ik u toe bedeelen.
Mijn vader, bid voor mij van God dan af
wat licht, wat moed, en vijf, zes vruchtbre jaren
waarin 'k hergeef,, wat ons uw dichtkunst gaf,
Toorts, ons die bij God waarheid moog bewaren!
Als 'k aan U denk, vult zich mijn ooog met tranen.
u bent zo goed voor mij HEER.
Drie eeuwen hebben vruchteloos gesmeed
Aan 't volksmetaal........ Wat onze tijd moog wanen,
'k zie geen voor uitgang, want m' ook kenne en weett!
charakter zijn 't die nieuwe wegen banen!
Geen fyzika, die volkskracht rijpen doet.
vraag, bij 't geloof, voor ons, uw late kinderen,
wat zelf besef, wat fierheid op ons bloed!
het hoofd om hoog, dat wij niet staag vermindren,
waar ons 't Geloof tot Ridders aadlen moet!!!!!
Reacties