IK heb de schim des drossaarts aangeschouwd.
Groot schreed hij voort, het lokkig hoofd omblonken
van ronden gloed en geluw-glanzend goud,
Gelijk een god, in mijmerij verzonken.
Hoog, van de schouderen opwaarts, rees zijn leest
de schaar te boven, die van vreugde dronken,
Bijeengevloeid was tot zijn heugnisfeest.
En minnedicht speelde om den fijnen mond,
DOorhonigd van gezang; uit de oogen daalde
zijn schalkheid, die geen droefenis verstond.
En, over 't welvend voor hoofd der gedachten,
waarde eene waarheid, zwevend nog en bont,
waar 't klare woord en de effen verf op wachten.
Dus trad hij aan, in onrust-zwangere rust,
Daar langs zijn fulpen dos de blikken lachten
Der zon, die hem tot dichter heeft gekust.
EN zoo ontving, wiens roem deez" dag vervulde,
op 't grauwe slot -- zijn woonstede -- onbewust,
Den dank zijns lands, der eeuwen eeuwge hulde
ik als dichter Dhr Pedram Hillebrand Seyedi
dank u voor het aandachten lezen van mijn
aller beste gedicht allertijden dank U
Groot schreed hij voort, het lokkig hoofd omblonken
van ronden gloed en geluw-glanzend goud,
Gelijk een god, in mijmerij verzonken.
Hoog, van de schouderen opwaarts, rees zijn leest
de schaar te boven, die van vreugde dronken,
Bijeengevloeid was tot zijn heugnisfeest.
En minnedicht speelde om den fijnen mond,
DOorhonigd van gezang; uit de oogen daalde
zijn schalkheid, die geen droefenis verstond.
En, over 't welvend voor hoofd der gedachten,
waarde eene waarheid, zwevend nog en bont,
waar 't klare woord en de effen verf op wachten.
Dus trad hij aan, in onrust-zwangere rust,
Daar langs zijn fulpen dos de blikken lachten
Der zon, die hem tot dichter heeft gekust.
EN zoo ontving, wiens roem deez" dag vervulde,
op 't grauwe slot -- zijn woonstede -- onbewust,
Den dank zijns lands, der eeuwen eeuwge hulde
ik als dichter Dhr Pedram Hillebrand Seyedi
dank u voor het aandachten lezen van mijn
aller beste gedicht allertijden dank U
Reacties