Ik sta op, ik val om,
Ik heb lief, ik doe stom,
Ik spreid met beleid,
Al mijn liefde mettertijd,
Ik ben niet voor één gat te vangen,
Goed gezelschap om mee te hangen,
Ik verbaas en verbijster,
Ik treiter en ik teister,
Ik ben de minnaar, de bewonderaar,
De praatjesmaker en de stotteraar,
Ondanks dat ik alles zo goed denk te weten,
Blijf ik mezelf regelmatig opvreten,
Dan komt mijn droomvrouw voorbij,
Zie ik haar met mij,
In gedachten, zij aan zij.
Maar dan valt mijn oog op de mannen in de rij,
Ik doe niet mee met de concurrentie,
Ik wil degene zijn met urgentie,
En ook al maak je mij potentieel heel blij,
Ik wil niet je hart winnen met gevlei,
Vind zelf maar uit wat ik te bieden heb,
Want in die rij aansluiten vind ik nep,
Ook al verloopt het dan vaak slecht,
Ik blijf 100% echt.
En zo zag ik je dan in mijn dromen,
Toevallig honderd keer voorbij komen,
Maar ik kon niet anders dan opgeven,
Terwijl ik vecht voor alles in het leven,
Soms komt het er niet uit,
En denk ik aan dat oude gezegde, dat luidt;
Beter één vogel in de hand dan tien in de
lucht
Ook al zweef ik daar tussenin,
En hou ik van de vlucht,
Als ik weer verliefd wordt is het op een
vriendin.
Iemand die ik vertrouw en die ik bemin,
Zij zou 'echt' zijn, maakt het me naar mijn
zin
Ik sta op, zweef en begin,
Ik val, duikel en verzin,
Ik hoop, ik droom, ik gebruik mijn fantasie,
Ik verbijt, heb spijt en heb een vreemde vorm
van afasie
Ik tast af, ik verbaster,
Ik ben de leerling en de master,
I try to take it slow but you make my heart go
faster,
And I know I am seconds from disaster
Reacties