Doorgaan naar hoofdcontent

een oud groningse gedicht

'k En zal nog niet bergen, Des Lente,
Den strik waar 'k m'n haren mee tooi!
Al ben ik geen kind van de menschen.
de blommekens vinden me mooi....

De wegelkens weten mijn zwerven;
De distels vermoeen mijn leed;
De heide... ze zeit me zoo geren.
In 't wit of in 't roze gekleed.

Dies wil ik de heide behagen,
Hoe somber heur woning ook zij;
Ter wereld en weet ik geen oogen,
Geen armen die wachten op mij!

ik draag door de paarse valleien
De pracht van mijn gouden geduld;
Ik hou van de zon op mijn wegen...
De zon, die mijn haren verguldt.

'k Geloof in 't geluk van het leven,
Ik droom van een mond, die me kust,
Ik hoop op een wenk van den hemel,
Zoo 'k ooi in mijn armoee berust...

En staan, in den Meert van m'n leven,
De botten gebersten va smart...
Daar bloeit nog een blos op mijn wangen!
Daar laait nog een liefde in mijn hart.!

Reacties

Populaire posts van deze blog

de verschillen

wat is er tussen ons? Je weet niet wat de goede keuze is, je weet dat ik je mis. Dit gevoel van jou, wat niemand behalve jij begrijpen zou. Ik geef niet op, ook al zeg ik zo vaak tegen mezelf 'stop'. Je kan ook niet zonder mij, aan je zij. Je wilt je niet binden, maar ik weet je telkens weer te vinden. Ons vuur is nog lang niet gedoofd, of je dat nu wel of niet geloofd.

Heer is mijn herder

Mijn herder is de Heer, niets zal me ontbreken. Hij hoedt mij, en Hij voert me zachtjes voort naar stille meren en kalme beken. Hij zal mij dag aan dag met heil verwikken, Hij leidt mij veilig in het rechte spoor. Niets valt meer Zijn liefde te verwrikken, zelfs donk're dalen kom ik veilig door. ik vrees geen kwaad; ik kam hier rustig wezen omdat Gij Heer, toch altijd bij mij zijt. Uw stok, Uw herdersstaf doen mij niet vrezen maar ze vertroosten mij te alle tijd. Zelfs voor ogen van die mij benauwen richt Gij voor mij een volle tafel aan. Gij zalft mij als een vorst, ik mag vertrouwen dat hier mijn weg in blijdschap voort zal gaan. Ja, heil en goedertierenheid, mijn Vader, zullen mij volgen dag na nacht na dag. Zo brengt Gij iedere dag een stap mij nader, tot ik voor eeuwig bij U wonen mag.